Extra flow bij een infuus met een lage pompstand.
Upload 1 juni 2018.
Auteurs
Autorisators
Nog geen autorisators.
Op de afdeling Gastro-Intestinale Chirurgie van het Amsterdam UMC, locatie VUmc krijgen patiënten met een infuus met een lage pompstand (minder dan 3 ml/uur) een extra flow met NaCl 0,9%. Dit betreft veelal patiënten met een perifeer infuus (spuitenpomp) met één van de volgende medicijnen: Morfine, Ketamine, Kalium, Fosfaat, insuline (Novorapid), Pantoprazol, Floxapen of Octreotide. De continue extra flow (KVO: keep vein open) wordt gegeven om het infuus toegankelijk te houden en flebitis te voorkomen. Verpleegkundigen lijken te variëren (3-11 ml/uur) in de hoeveelheid extra flow. Bovendien wordt in de thuiszorg deze extra flow veelal niet gegeven. Verpleegkundigen vragen zich af of het nodig is om extra flow te geven om perifere infusen toegankelijk te houden en om flebitis te voorkomen.
Niet ingevuld.
Search: PubMed, Cochrane, CINAHL, INVERT tot 2018. Zoektermen: peripheral catheter, intravenous infusion, low flow, Keep Vein Open, phlebitis. Resultaten: Van de in totaal 15 artikelen worden 2 artikelen bruikbaar gevonden: een vragenlijst onderzoek(1) en een opiniërend artikel². Andere bronnen van informatie: Er is geïnformeerd bij de afdelingen Intensive Care en Traumatologie van het Amsterdam UMC, locatie VUmc, de fabrikant van de Braun infuuspomp, een verpleegkundig specialist uit Leuven en via een verpleegkundige Facebook groep naar ervaringen met hetwel of niet geven van extra flow.
We hebben geen bewijs gevonden of het toedienen van extra flow bij een lage pompstand van
minder dan 3ml/uur noodzakelijk is om flebitis te voorkomen en toegankelijkheid te garanderen.
Twee studies geven ervaringen weer waaruit veel praktijkvariatie blijkt. Deze studies hebben niet
specifiek gekeken naar het toedienen van extra flow naast een lage pompstand. In de praktijk lijken
veel organisaties extra flow toe te dienen, maar er is geen consensus over de juiste stand.
• Gezien de ervaring uit de praktijk is het advies om extra flow toe te dienen bij een infuus met een lage pompstand. Hierbij dient een eenduidige werkwijze afgesproken te worden.
• Niveau van bewijs: D (mening van deskundigen)
Veel verpleegkundigen in de klinische setting passen extra flow toe, alhoewel onderbouwing vanuit evidence ontbreekt. Het toedienen van extra flow is echter een handeling die extra tijd en geld kost. Daarnaast kunnen patiënten hinder ondervinden doordat een extra infuuslijn en pomp zijn aangesloten, wat de mobiliteit beperkt. Het onderwerp leeft bij veel verpleegkundigen. Onderzoek gericht op de toegankelijkheid, flebitis en mobiliteit van patiënten is gewenst. In afwachting van verder bewijs blijft de afdeling het beleid van extra flow hanteren, met als aanvullend advies om een eenduidige werkwijze af te spreken.